Centrale Eindtoets = doorstroomtoets

De Centrale Eindtoets, Eindtoets Basisonderwijs of de Cito-toets (groep 8) hebben allemaal te maken met het schooladvies voor het voortgezet onderwijs in Nederland en heet nu de doorstroomtoets.

De doorstroomtoets verbindt als het ware de Centrale Eindtoets, Eindtoets Basisonderwijs en de Cito-toets van groep 8 met elkaar. De doorstroomtoets draagt bij aan het schooladvies, heeft daar zelfs een beslissende rol in, en kan helpen om door te stromen naar het voortgezet onderwijs in Nederland.

In dit artikel vertellen we je er alles over.

 

Centrale Eindtoets Basisonderwijs

Lange tijd was de Cito-toets groep 8 de belangrijkste toets van de basisschool. Deze Centrale Eindtoets in het Basisonderwijs gaf uitsluitsel over het niveau waarop kinderen presteren en waar ze dus het beste aan toe zijn op de middelbare school.

Helaas bleek er in de Centrale Eindtoets veel sprake te zijn van kansenongelijkheid, zeker omdat het schooladvies van de school bepalend was en opviel dat kinderen van cognitief minder hoog opgeleide ouders een lager advies kregen dan kinderen met dezelfde scores van hoger opgeleide ouders.

Dat moest anders en daarom kwam er de doorstroomtoets voor groep 8, waaronder de Leerling in Beeld doorstroomtoets.

Centrale eindtoets basisonderwijs is nu de doorstroomtoets groep 8

Opzet doorstroomtoets en Centrale Eindtoets

Inhoudelijk is er niet heel veel veranderd. De inhoud van de Centrale Eindtoets en de zes beschikbare doorstroomtoetsen lijken sterk op elkaar. Er is aandacht voor rekenen, spelling en begrijpend lezen, waarbij de focus ligt op rekenen en begrijpend lezen. Spelling bestaat uit niet-werkwoorden, werkwoorden, grammatica en interpunctie.

De doorstroomtoets vindt in januari en februari plaats, net als de Centrale Eindtoets voordat deze in april werd afgenomen, en duurt twee ochtenden. De kinderen kunnen de adaptieve toets op de computer maken, maar ook werken met toetsboekjes. Voor de uitslag worden de ingevulde toetsen teruggestuurd naar de uitgever en even later volgt daar de uitslag van de doorstroomtoets.

 

Schooladvies en uitslag doorstroomtoets

Die uitslag van de doorstroomtoets is wel heel belangrijk voor het schooladvies. Want waar het bij de Eindtoets Basisonderwijs (de Cito-toets groep 8) niet het geval was, is het bij de doorstroomtoets wel het geval. Kinderen die op de doorstroomtoets hoger scoren dan het door de school (de leerkracht en intern begeleider) afgegeven schooladvies, is de school verplicht het schooladvies naar boven af te ronden.

Dat is een groot voordeel ten opzichte van de vorige Centrale Eindtoets, want de kansenongelijkheid krijgt zo minder vat op een kind. Kinderen die tijdens de doorstroomtoets groep 8 laten zien hoger te kunnen dan het afgegeven advies, moeten ook hoger worden geschaald door de leerkrachten en de basisschool. Het gevolg is dat zij instromen in een hogere brugklas en zo dus ook hoger uitstromen.

 

Doorstroomtoets groep 8 als nieuwe Centrale Eindtoets

Is de doorstroomtoets de nieuwe Centrale Eindtoets Basisonderwijs? Ja en nee. Inhoudelijk is er weinig veranderd. Er wordt nog steeds hetzelfde gevraagd aan kinderen als tijdens de oude Cito-toets van groep 8. Maar qua uitvoering en uitslag zijn er zeker wel de nodige veranderingen gekomen. De doorstroomtoets maakt het namelijk mogelijk om kinderen die anders minder kansen op een hoger advies en dus hoger vervolgonderwijs hebben, zichzelf te bewijzen. Ze kunnen een hoger advies afdwingen als ze op de toets laten zien meer in hun mars te hebben.

In de praktijk blijkt dit ook vaak te gebeuren. Sinds de doorstroomtoets wordt afgenomen worden er meer en meer adviezen naar boven afgerond.

Wellicht belangrijk om te weten: het schooladvies wordt enkel naar boven aangepast bij een hogere uitslag op de doorstroomtoets dan het gegeven advies en nooit naar beneden. Scoort een kind, bijvoorbeeld vanwege stress, lager op de doorstroomtoets? Dan verandert er niks. De school kan hierover verder informeren.

 

Conclusie

De doorstroomtoets vervangt de Eindtoets Basisonderwijs, voorheen ook bekend als de Centrale Eindtoets. Inhoudelijk is de doorstroomtoets voor groep 8 nauwelijks veranderd. Ze toetst nog altijd rekenen, taal en spelling. Qua uitvoering is er wel een verandering: een hogere score op de doorstroomtoets verhoogt automatisch het afgegeven schooladvies. Scholen moeten dit advies verhogen en dat maakt het dat er minder sprake is van kansenongelijkheid. Ook kinderen van ouders die zelf minder hoog zijn opgeleid kunnen nu sneller doorstromen naar havo en vwo. Wat dat betreft is de doorstroomtoets een goede stap gebleken, want in de afgelopen jaren zijner al veel adviezen naar boven toe bijgesteld.

Leerling in Beeld oefenen

Heb jij een kind op de basisschool? Dan worden er elk leerjaar twee belangrijke toetsen afgenomen: Leerling in Beeld-toetsen. Dat zijn andere toetsen dan de gewone methodetoetsen. In dit artikel leggen we je uit wat de verschillen zijn tussen Leerling in Beeld en de methodetoetsen, waarom Leerling in Beeld-toetsen zo belangrijk zijn en hoe je Leerling in Beeld kunt oefenen met je zoon of dochter.

Verschil met methodetoetsen

Er is een groot verschil tussen Leerling in Beeld-toetsen en methodetoetsen. Methodetoetsen zijn de toetsen die horen bij een methode. Een methode gebruikt de school om een vak aan te bieden. Ieder vak heeft zo zijn eigen methode. Zo heb je lesmethodes voor rekenen, taal, spelling, studievaardigheden, maar ook voor wereldoriëntatie (natuur, geschiedenis en aardrijkskunde), catechese en schrijven. Een methodetoets dient om te bekijken in hoeverre een leerling de aangeboden lesstof begrepen heeft. Er hangt vaak een cijfer aan vast dat op het rapport komt. Het verschil met Leerling in Beeld-toetsen is dat de toetsen van Leerling in Beeld uit het leerlingvolgsysteem komen. Ze beiden een onafhankelijke kijk op de ontwikkeling van een kind. De grootste verschillen zijn:

  • Methodetoetsen zijn toetsen op korte termijn, Leerling in Beeld toetst een half jaar onderwijs;
  • Methodetoetsen zijn kort, Leerling in Beeld duurt langer;
  • Methodetoetsen zijn afhankelijk van een lesmethode, Leerling in Beeld is onafhankelijk;
  • Toetsen van Leerling in Beeld wegen (zeker vanaf groep 6) mee voor het schooladvies vo.

Leerlingvolgsysteem

Een leerlingvolgsysteem wordt door scholen gebruikt om de ontwikkeling van kinderen te toetsen. Dat kan alleen op basis van onafhankelijke gegevens. Daarom hebben leerlingvolgsystemen hun eigen toetsen. Leerling in Beeld is een leerlingvolgsysteem. Het wordt uitgegeven door Cito en is niet het enige leerlingvolgsysteem waaruit scholen kunnen kiezen. Je hebt bijvoorbeeld ook het IEP lvs en het Boom lvs. Een leerlingvolgsysteem controleert de stand van zaken na een bepaalde periode, zoals Leerling in Beeld ene half jaar toetst.

Leerling in Beeld

Zoals gezegd is Leerling in Beeld het leerlingvolgsysteem van Cito. Het brengt in kaart op welke strategieën, vaardigheden en woorden een kind nog moet groeien en hoe die groei eruit ziet. Het signaleert of leerkrachten op moeten gaan letten, bij moeten gaan sturen, extra ondersteuning moeten gaan bieden of juist voor uitdaging moeten zorgen. De toetsen die Leerling in Beeld afneemt en die het meest zwaarwegend zijn in het onderwijs zijn de volgende:

  • Rekenen (getalbegrip, verhoudingen, meten en verbanden)
  • Taalverzorging (grammatica, interpunctie, spelling)
  • Begrijpend lezen en woordenschat

 

Afname van Leerling in Beeld

De toetsen van Leerling in Beeld worden doorgaans in de ochtend afgenomen. Scholen zijn er zelf vrij in om te bepalen wanneer ze dat doen. Alleen de doorstroomtoets is gebonden aan afnamedata, maar ook die zijn vrij te interpreteren. De afname van de toets kan zowel op papier als digitaal. Digitaal is de toets adaptief, wat betekent dat hij zich aanpast naar het niveau van je kind. Zo krijg je de best passende uitslag.

Doorstroomtoets

Net als ieder ander leerlingvolgsysteem heeft ook Leerling in Beeld een doorstroomtoets. De Leerling in Beeld doorstroomtoets is puur en alleen bedoeld voor kinderen in groep 8 van de basisschool en dient om te bekijken of een leerling goed kan uitstromen naar het voortgezet onderwijs. De doorstroomtoets is om die reden erg belangrijk, want het advies kan er nog op worden aangepast. Als de doorstroomtoets van Leerling in Beeld hoger wordt gescoord dan het eerder afgegeven schooladvies, zorgt dat ook voor een hogere advisering. Een leerling kan dus nog naar een ander niveau gaan. Leerling in Beeld toetsen

Leerling in Beeld toetsen oefenen

Natuurlijk wil jij je kind zo goed mogelijk voorbereiden op de toetsen van Leerling in Beeld. Ga daarom altijd op zoek naar het beste oefenmateriaal. Dat kan even zoeken zijn, want verreweg het meeste oefenmateriaal dat je online vindt is ongeschikt en kan zelfs schadelijk zijn. Het kan zorgen dat kinderen de verkeerde strategieën aanleren en verkeerde antwoorden geven tijdens de werkelijke afname. De Leerling in Beeld toetsboeken van Toetsmeester.nl bereiden zeer goed voor op alle toetsen van Leerling in Beeld. Via de links hieronder kom je bij de betreffende oefenboeken uit.

Schrijver op bezoek maakt indruk

Wat moet je doen om leesbevordering te verbeteren? Als je wil dat meer kinderen gaan lezen moet je in ieder geval het goede voorbeeld geven. En tijd. Tijd om een boek te pakken en te lezen. Maar wat echt goed werkt is een schrijver op bezoek laten komen. Dat merkt ook de Schrijverscentrale, die op jaarbasis duizenden auteurs langs scholen en bibliotheken sturen om over schrijven en lezen te praten. Het effect? Veel enthousiasme onder leerlingen, die toch liever een boek lezen van iemand die ze “kennen”. Heb jij de Schrijverscentrale al eens ingeschakeld?

 

Lezen onder de maat

Het niveau van het Nederlandse leesonderwijs is al jaren onder de maat, menen de experts. Nederlandse kinderen lezen steeds minder en ook steeds minder goed. Om het niveau van lezen (begrijpend en technisch lezen) op te krikken is een andere sleutel van minstens zo groot belang: plezier hebben in lezen. Samengevat in die term die het onderwijs nu domineert: leesbevordering.

Leesbevordering is echter een middel om een doel te bereiken en geen doel op zich. Wie zich bezighoudt met leesbevordering moet bij zichzelf nagaan wat nu echt werkt. Wanneer lees je zelf graag een boek? Wat vind je leuk? Wanneer lees je een boek uit en wanneer stop je halverwege?

Een schrijversbezoek kan heel veel effect hebben.

 

Voordelen van een schrijversbezoek

Een schrijver in de klas vragen is natuurlijk een heel mooi streven. Het levert in ieder geval vaak veel voordelen op als we kijken naar de vooruitgang van het leesonderwijs. Want:

  • Een schrijver bij je leerlingen in de klas uitnodigen voelt als een vriend die op visite komt. En als een vriend een boek geschreven heeft, willen we dat wel lezen, toch? Althans, zo komt het op veel scholen wel terug. Kinderen lezen liever een boek van een schrijver met wie ze feeling hebben, met wie ze connecten, dan de zoveelste naam op de rug van een boek.
  • Enthousiasmeren is schrijvers eigen. Ze zijn zelf volledig overgeleverd aan hun zolderkamer, waar ze boeken schrijven, en dan kunnen ze eindelijk eens enthousiast gaan doen, dan doen ze dat! Zo ook op scholen die een schrijver uitnodigen. Enthousiaste schrijvers zetten kinderen niet alleen aan tot lezen, maar soms ook tot schrijven en dichten!
  • Lezen is net als een film kijken, maar dan in je hoofd. Misschien ken je die zin wel en heb je hem ook wel eens naar je leerlingen gebruikt. Maar denk je nu echt dat ze dat van jou aan gaan nemen? Ze kijken wel uit. Als een schrijver het ze vertelt is het wel heel anders, want die schrijver weet waar hij het over heeft! Die zit de hele dag in die fantasiewereld en maakt daar de ene film naar de andere!

 

Meer lezen

Een schrijver uitnodigen via de Schrijverscentrale is geen verkeerd idee. Het is de beste manier om op een leuke manier met lezen aan de slag te gaan. Kinderen lezen boeken van de schrijver voordat hij komt met een doel: in gesprek kunnen gaan met de schrijver. Maar na het bezoek zullen ze ook enthousiast verder blijven lezen. En wie weet, misschien, heel misschien, pakken ze het door en lezen ze ook andere boeken! Dan is je doel helemaal bereikt. Pas als de motivatie van het lezen terug is bij de kinderen, zullen de resultaten van het technisch, begrijpend en ook studerend lezen weer gaan stijgen.

 

Conclusie

Loop je aan tegen leesbevordering bij je klas? Is lezen bij jou op school echt een dingetje geworden? Haal een schrijver in huis! Kinderen vinden het leuk om van een schrijver over boeken en lezen te horen en worden dan ook enthousiast gemaakt andere boeken te lezen. Een schrijver boeken die je bij de Schrijverscentrale.

Schrijf een brief aan… jezelf!

Prachtige les die ik onlangs te zien kreeg op een school in Utrecht, toen we een leerkrachtenwissel deden (leerkrachten van de ene school kijken bij de leerkrachten van de andere school). De leerkracht in kwestie greep de coronacrisis aan om een brief te laten schrijven aan zichzelf… Althans, de kinderen kregen die opdracht.

Dat heeft me aan het denken gezet. Een brief schrijven aan jezelf kan meerdere voordelen bieden. Zonder dat het per sé af hoeft te hangen van welke crisis of ramp dan ook.

 

Voordelen van een brief aan jezelf

Er eens goed voor gaan zitten en na moeten denken over wat je jezelf gaat schrijven kan helpen om je huidige situatie eens goed te bekijken. In mijn eigen klas merkte ik dat kinderen van 9, 10 jaar dat heel goed kunnen. Ze moesten zichzelf als het ware onder een vergrootglas leggen en kwamen tot verrassende inzichten.

Voordelen op een rij:

  • Zonder dat je feedback krijgt, ga je eens kritisch naar jezelf kijken
  • Je ontdekt dat je talenten hebt
  • Je ontdekt dat je punten te ontwikkelen hebt
  • Een brief geeft je de kans om je ergens op te focussen (want over vijf jaar wil ik… kunnen)
  • De beste beoordelaar van jezelf ben jezelf (klinkt zweverig, maar is wel waar, want het is heel erg belangrijk hoe je over jezelf denkt)

 

Opdrachten en vragen die je kunt stellen

Leerkrachten houden van kaderen. Een opdracht helemaal vrij laten is voor veel leerkrachten not done. Mijzelf incluis. Toch heb ik mooie resultaten gezien door kinderen helemaal vrij te laten in deze brief. Er was geen limiet in het aantal woorden, het mocht getekend worden of beplakt, getypt, geschreven, vandaag of morgen (of volgende week). Door elke dag een kwartiertje tot een half uur ter beschikking te stellen zag ik desondanks alle kinderen betrokken zijn. Ze waren in stilte na aan het denken over de inhoud van hun brief.

Diegenen die echt niet tot schrijven kwamen heb ik geholpen door een paar vragen op het bord te zetten. Die konden ze gebruiken als richtlijnen (maar wederom, dat hoefde niet). Misschien helpen ze jouw kinderen ook:

  • Begin de brief met je huidige setting. Waarom schrijf je deze brief? Waar ben je nu? Hoe gaat het met je?
  • Wat wil je graag kwijt over de afgelopen dagen, weken, maanden?
  • Is er iets bijzonders gebeurd (iets leuks, iets vervelends, iets waar je geen mening over hebt)
  • Heb je ergens vragen over, over wat er is gebeurd (op school, thuis, bij de sportclub, waar dan ook)
  • Stel dat je deze brief over vijf, tien, vijftien jaar gaat lezen, wat wil je dan graag aan jezelf vertellen?
  • Welke vraag is jou het afgelopen jaar gesteld en vond je een fijne vraag?
  • Welke vraag is jou niet gesteld het afgelopen jaar (en zou je toch graag van willen dat die je gesteld was/ wordt?) En wat is het antwoord op die vraag?
  • Als je iets van jezelf mocht belonen met een standbeeld, wat zou dat dan zijn (uiterlijk, innerlijk, prestaties)
  • Zijn er zaken die je graag zou willen kunnen, die een ander in je omgeving kan? Zo ja, welke?

 

Opbrengsten

De opdracht heeft in totaal twee weken geduurd en de opbrengsten waren meesterlijk. Ik heb de meest ontroerende, onthutsende, lieve en mooie berichten gelezen die ik ooit in mijn carrière ben tegengekomen. Er waren ook brieven bij die ik niet hoefde (mocht) lezen en daar heb ik dan ook alle respect voor. De kinderen hebben de brief in een envelop gedaan en bewaren die nu in hun rapport. Zodra zij de tijd rijp vinden, gaan zij de brief lezen.

En ik weet… Ik ga dit vaker doen.

Hole in the wall – Can kids teach themselves

In navolging van mijn artikel over Sole’s, hierbij het filmpje waarin onderzoeker Sugata Mitra het idee van een Sole uitlegt. Dit idee is de basis en het uitgangspunt bij het geven van Sole’s (echter zijn Sole’s ook weer verder ontwikkeld sindsdien en is er steeds meer uit te halen).

Leerlingen leren zelf hun leeromgeving vorm te geven

Laatst kwam ik iets tegen waar ik direct enthousiast van werd: self organized learning environments (zelf georganiseerde leeromgevingen). Hierbij gaan kinderen onderzoek doen naar een bepaald onderwerp, máár is het proces eigenlijk veel belangrijker. Helemaal 21e eeuws, compleet met hulpmiddelen en een verwachting: presenteer binnen het uur je antwoord.

Het is helemaal niet moeilijk om je deze self organized learning environments aan te leren! Sinds ik mijn eerste heb gedaan, wil ik meer en meer…

 

SOLE’s

Sole’s, zoals self organized learning environments worden afgekort, komen uit India. Daar heeft de Engelse professor Sugata Mitra ooit de eerste sole bij toeval ontdekt (of eigenlijk was het naar aanleiding van een onderzoek/ experiment dat hij deed). In de sloppenwijken zette hij een computer neer. Die werd goed vastgemaakt aan de muur en kon eigenlijk alleen maar aan.

In de dagen en weken die volgden kwamen er steeds meer kinderen uit de sloppenwijk naar de computer. Daar leerden ze samen de computer beter kennen en bouwden ze hun vaardigheden uit.

Daarmee bewees Sugata Mitra een aantal zaken:

  • Kinderen – waar ook ter wereld en in welke omstandigheden dan ook – zijn geneigd om te leren en zich te ontwikkelen;
  • Je hoeft als leerkracht niet alleen maar kennis over te dragen. Juist het aannemen van een coachende rol helpt kinderen om zelf tot leren te komen.

Deze twee punten spreken mij enorm aan. Ik geloof ook oprecht dat ieder kind van nature wil leren, maar dat ze teveel vast zitten in het systeem dat wij met z’n allen hebben opgezet.

Daarom probeer ik met een regelmatige Sole de patronen te doorbreken.

 

Hoe werkt een SOLE?

Wil je zelf aan de slag met een SOLE? Heel moeilijk is het niet. Je hebt als leerkracht een leervraag nodig. Wat moeten de leerlingen leren?

Ik gebruik daar zelf de doelen van onze wereldoriëntatiemethode voor, maar je kan ook allerlei vragen van het internet plukken. Bijvoorbeeld:

  • Waar dienen vitaminen voor?
  • Waarom werd de Koude Oorlog ‘koud’ genoemd?
  • Hoe komt koffie in de winkel?
  • Kun je aardbevingen voorkomen?

Dan is het de bedoeling dat je de leervraag prikkelend presenteert. Dat kan je doen door een verhaal te vertellen, foto’s of een filmpje te laten zien of op een andere creatieve wijze. Maar eindig altijd met de onderzoeksvraag.

De eerste keren moet je de kinderen nog op weg helpen. Zeg dat ze 45 minuten de tijd hebben om antwoord te vinden, dat ze zelf groepjes van 4 moeten vormen, onderling altijd mogen ruilen (van groepjes, bijvoorbeeld omdat het niet klikt of de groep een andere kant op wil dan het individu) en onderling ook altijd informatie uit mogen wisselen (het is geen wedstrijd, maar een kwestie van samen leer je meer). Ze mogen tijdens de les een aantal hulpmiddelen gebruiken:

  • Een chromebook of laptop met internetverbinding (voor het zoeken naar informatie)
  • Een bronnenboek (over het thema of gewoon het bronnenboek van de lessen wereldoriëntatie)
  • Een telefoon (om mensen te bellen die meer over het thema weten).

Vervolgens start het onderzoek. De kinderen werken naar een poster toe (gewoon een A3). Deze moet inhoudelijk antwoord geven op de vraag, maar het gaat niet om hoe mooi de poster is. De poster is een middel, geen doel!

Na drie kwartier presenteren de groepjes hun antwoord en komt de klas samen tot een eenduidig antwoord van de onderzoeksvraag.

In een optimale setting wordt er daarna nog uitgebreid geëvalueerd over het proces.

De leerkracht doet tijdens de uitvoering eigenlijk helemaal niets, hooguit faciliteren (papier regelen, iets printen). De leerkracht observeert en brengt hier later verslag van uit.

 

Nieuwe leerdoelen per SOLE

Eerder al schreef ik dat in een SOLE het product en de leervraag niet het belangrijkste zijn. Het gaat er vooral om het leerproces. Als je als leerkracht observeert zal je heel veel zaken gaan zien. Die kun je voor jezelf noteren als nieuwe leerdoelen voor de klas. Sommige van die leerdoelen verdienen aandacht door een voorbeeld te geven of ze uit te bouwen in een les. Je kan per SOLE ook afspreken dat een van de leerdoelen centraal staat. Denk daarbij aan:

  • Hoe verdeel je de taken in een groepje?
  • Hoe bespreek je in je groepje de gevonden informatie?
  • Hoe verwerk je informatie?
  • Hoe zoek je op de juiste manier naar informatie? Is het een kwestie van het eerste het beste bericht kopiëren, plakken en op je poster kladderen? Of ga je feiten checken?
  • Hoe voer je een telefoongesprek? (of een interview)

 

Aandachtspunten

Omdat ik er al een paar Sole’s op heb zitten, heb ik ook wat aandachtspunten voor leerkrachten die er het maximale uit willen halen.

  • Het telefoneren kan nogal een dingetje zijn. Kinderen zijn dit helemaal niet gewend. Dit moet je eigenlijk opbouwen. Begin met een telefoontje naar iemand die thuis zit (en spreek dit van tevoren af) en bouw dit uit naar telefoontjes naar externen. Spreek af met de kinderen hoe ze een telefoontje voeren, want niet iedereen zit daar op te wachten (stel je voor, leg uit wat je aan het doen bent en vraag of de gebelde tijd voor je heeft). Mijn ervaring is dat veel mensen het verrassend en leuk vinden dat ze door kinderen gebeld worden, maar niet iedereen is die mening toegedaan. Vertel kinderen dat ook om teleurstelling te voorkomen.
  • Het mogen gluren bij de buren kan nogal eens leiden tot afkijkgedrag en een soort van competitiegevoel. Dat is nergens voor nodig, maar zit er bij kinderen wel heel diep in. Besteed hier aandacht aan!
  • De poster is een eindproduct en hoeft niet mooi te worden. Toch zijn er iedere keer weer kinderen die 45 uur bezig zijn met markeerstiften, potloden en stiften om de mooiste tekeningen van sterren, vulkanen en zelfs eenhoorns te maken. Dit is niet de bedoeling van de Sole! Reken daar dus ook snel mee af ;).

 

Verdieping

Natuurlijk kun je met SOLE’s ook de verdieping in. Als kinderen er eenmaal bekend mee zijn, biedt een SOLE alle gelegenheid om verder uitgebouwd te worden. Bijvoorbeeld door:

  • kinderen zelf onderzoeksvragen te laten bedenken;
  • kinderen een bron minder te laten gebruiken;
  • een presentatie op te laten nemen (filmen) of via een presentatie te geven;
  • een hele week de tijd te geven voor een flinke onderzoeksvraag (of een compleet thema);
  • bronnen te vermelden onder de gevonden informatie (waar komt de informatie vandaan);
  • stelling te nemen (argumenten voor en tegen te verzinnen) in maatschappelijke kwesties, door het stellen van maatschappelijke vragen;
  • leerlingen in lagere groepen bekend maken met Sole’s, zodat zij die ook kunnen gaan gebruiken (door eerst kinderen mee te nemen in het proces en daarna zelf het proces te gaan begeleiden bij deze kinderen).

 

Heb ik je kunnen overtuigen?

Hopelijk heb ik je met dit artikel kunnen laten lezen hoe ik over Sole’s denk en ik hoe ik denk dat je goed onderwijs kunt geven waarin kinderen eigenaar zijn over hun proces. Ik ben benieuwd of jij Sole’s gaat doen met je klas en zo ja, hoe dat uitpakt! Laat je een reactie achter?

Grej of the day – Kennis is inderdaad cool

In onderwijsland is een nieuwe hype gaande, een hype die ik tref aan de keukentafel. En dat levert leuke, gekke gesprekken op. Van vleesetende planten tot de eerste man op de maan, van dinosaurussen die nog altijd bestaan tot de hoofdstad van Mali. Leuke weetjes die een beetje aan Quest doen denken. Weetjes die je misschien best tot algemene kennis mag rekenen (en die van pas kunnen komen als je ooit wordt uitgenodigd voor De Slimste Mens).

Ik heb het over de Grej of the Day. Leuk weetje: Grey is Zweeds voor “dingetje”. Het dingetje van de dag, dus.

Hoe gaat dat nu in zijn werk, waarom is het zo leuk (en leerzaam) en wat levert het kinderen (en hun ouders allemaal op?)

 

Hoe gaat een Grej of the Day?

Volgens de officiële handleiding (er is zelfs een boek over Grej of the Day geschreven, door de Zweedse ‘uitvinder’ ervan) begint een Grej of the Day met een prikkelend aanwijzing. De juf of meester zet een aanwijzing op het bord en de kinderen weten dat ze na moeten gaan denken over waar die aanwijzing op doelt.

Het is de bedoeling dat de kinderen thuis (aan de keukentafel dus) met ouders over de trigger in gesprek gaan en samen hun voorkennis activeren. De volgende dag zal pas blijken of ze warm zitten of er helemaal naast.

Als voorbeeld van een Grej of the Day staat op het bord: “Ik eet ook vlees.”

De volgende dag wordt vaak gestart met de Grej of the Day. Dit wordt ook wel een “miniles” of “microles” (klinkt leuker) genoemd. De microles start met het inventariseren van de oplossingen in de klas en het geven van de juiste oplossing.

Vervolgens geeft de juf of meester een kort lesje over het onderwerp. Het raadselachtige “Ik eet ook vlees” slaat op een vleesetende plant en in een diavoorstelling legt de juf uit dat vleesetende planten in moerassen groeien, je ze in het tuincentrum kan kopen en ze onder meer via nectar insecten lokken die ze in een dag of 10 verteren (want door de kleverige nectar of de dichtgeklapte bek kunnen de insecten geen kant meer uit).

Een laatste, belangrijke slag wordt thuis van de kinderen verwacht. De Grej of the Day (waar het hele gezin de avond ervoor druk over heeft zitten nadenken) moet worden naverteld. De kinderen vertellen over de vleesetende plant. Juist door het te herhalen, blijft het bij hen beter hangen.

 

Waarom is het zo leuk en leerzaam?

Grej of Days zijn leuk en leerzaam omdat ze je aan het denken zetten en omdat er een soort van verrassingseffect bij de conclusie komt kijken. Een “oh ja!” momentje. Omdat de les heel kort is, steek je er in korte tijd iets van op. Het zijn vaak weetjes die je jaren later nog steeds kunt aanroepen.

Daarnaast hoef je niet een slimme leerling te zijn om van een Grej te genieten. De kennis is voor iedereen.

 

Wat levert het kinderen allemaal op?

Een hoop nutteloze feitenkennis? Nee, dat valt wel mee. Natuurlijk is de ene Grej leuker dan de andere, maar leerkrachten doen echt wel hun best om ook belangrijke feitenkennis te laten passeren. De Grejs zijn een directe vertaling van de lessen wereldoriëntatie, kunnen ook slaan op de actualiteiten en zelfs over een rekenles gaan.

Het levert dus veel kennis op, maar ook een leuk momentje thuis. Ouderbetrokkenheid wordt groter als ouders weten waar kinderen op school mee bezig zijn. En samen over zo’n raadsel denken tijdens de hutspot is natuurlijk erg gezellig.

 

Zelf Grejs maken

Leerkrachten gaan tegenwoordig ook een stap verder door leerlingen te verleiden zelf met Grejs te komen. De memoblaadjes bij ons thuis raken aardig op, want zoon en dochter nemen vrijwel dagelijks een leuk raadseltje voor de juf mee. Tja, daar vraag je zelf om!

 

Zie ook: https://grejoftheday.nl/

Kinderboekenweek Grej’s

De Kinderboekenweek is altijd weer een feestje. Zeker als je van kinderboeken houdt, zoals ik.

Omdat het op veel scholen ook zo wordt gezien, heb ik 5 Grej of the days ontworpen binnen het thema kinderboekenweek. Ik ben benieuwd of de aanwijzingen naar de juiste kinderboekenauteur verwijzen en kinderen er uit zichzelf achter kunnen komen.

Klik op de titels hieronder om naar de betreffende Grejs te gaan: